De Belgische wijnbouw boomt dankzij de opwarming van de aarde.

‘De Fransen kunnen er niet mee lachen. Zeker niet nu hun druiven het te warm krijgen.’

Al stelt ook hier de klimaatverandering wijnbouwers voor lastige uitdagingen.

Hoe Belgische topwijn een realiteit wordt dankzij klimaatopwarming: ‘De Fransen kunnen er echt niet mee lachen’

Is het toeval dat de voorbije zomer zo heet was of is er meer aan de hand? De gevolgen van de opwarming van de aarde in vijf afleveringen. Niet in 2050 aan de andere kant van de wereld, maar nu, dicht bij huis. Vandaag: wijnbouw in België.

Geschreven door Barbara Debusschere, foto’s: Thomas Sweertvaegher, video: Matthias Himschoot. Grafieken en kaart door Jan Straetmans.

“Vierentwintig april 2004. De datum waarop ik hier mijn eerste wijnstokken plantte, staat voor altijd in mijn geheugen gegrift”, zegt Jan Caudron. “Iedereen verklaarde me zot.”

We staan in zijn wijngaard Kampenberg in Vlierzele, Vlaamse Ardennen. De zomerzon in de late namiddag streelt de licht glooiende velden en piept tussen de wijnranken, waaraan kleine trossen nog groene druiven hangen. Deze heuvel, van waarop je Brussel en Gent kunt zien, een ‘berg’ noemen is overdreven. De vergelijking met een Toscaans landschap is dat allesbehalve.

“Toen ik op een openbare verkoop in het plaatselijke café dit perceel kocht, viel er een doodse stilte”, zegt de wijnbouwer. “Niemand hier kende me, maar ik aasde op die grond omdat hij mij zo geschikt leek voor wijnbouw. Toen een landbouwer me vroeg wat ik ermee van plan was en ik over wijn begon, kreeg ik rare blikken. Wijn? Daarvoor was het hier toch te koud en te nat? Niemand deed het. Er was welgeteld één andere wijnbouwer in de Vlaamse Ardennen.”

Ondanks de ongelovige reacties was het niet zo dat Caudron zich blind in een bevlieging stortte. Hij broedde al jaren op het idee wijn te verbouwen.

‘In mijn kindertijd waren onze buren boeren. Ik wilde dat ook worden’

Maar het liep anders. “Mijn vader was geen boer en dan is zelf boer worden zowat onmogelijk, omdat je de grond en de expertise niet hebt.”

Caudron werd fotograaf en reisde zo twintig jaar de wereld rond, ook op reportages voor wijnbladen. Het verlangen naar een eigen wijngaard flakkerde op en het gezin verhuisde alvast naar dit stukje Vlaamse Ardennen. Hun huis in Vlierzele paalt aan glooiende heuvels met land dat licht afhelt, op het zuiden is gericht en geen schaduw ziet. Gemaakt voor wijnranken. Het duurde niet lang voordat de fotograaf van carrière veranderde, ook al leek wijnbouw in België begin jaren 2000 even absurd als pakweg skiën in Dubai.

Toch is het helemaal niet zo vergezocht. Al langer bestaan er bijvoorbeeld Duitse wijnen die in een vergelijkbare klimaatzone verbouwd worden. Bovendien was wijnbouw bij ons ooit, heel lang geleden, heel gewoon.

Een kleine tweeduizend jaar geleden plantten de Romeinen de eerste wijnstokken in Vlaamse bodem. In de eeuwen die daarop volgden bloeide de wijnbouw hier op, met een piek in een warme periode van de vroege middeleeuwen. Veel dorpen hadden toen hun eigen wijngaard. Of hun wijn ook te drinken was, zal wel een mysterie blijven.

Evenmin weten we waarom het nadien weer bergaf ging met wijnbouw in onze streken. De kleine ijstijd speelde ongetwijfeld een rol. En, wie weet, gooide de opkomst van bier roet in het eten. Het gerucht gaat bovendien dat Napoleon de Belgische wijn de nek om wrong omdat wijn Frans moest en zou zijn. Vast staat in elk geval dat de ooit bloeiende wijnbouw in ons land volledig verdween.

Vandaag is hij terug. Sterker nog: de laatste jaren is de Belgische wijnbouw aan een fenomenale opmars bezig. Jaarlijks komt er veertig hectare aan wijngaarden bij, het aantal wijnbouwers groeit jaar na jaar en het economisch belang blijft stijgen. De afgelopen tien jaar ging het aantal hectare wijngaarden en het aantal liters wijn liefst maal vijf. In totaal werd er in 2017 bijna één miljoen liter wijn geproduceerd. Het loopt zelfs wat uit de hand. Nogal wat mensen zonder grondige kennis maar met veel goesting en romantische ideeën over het bestaan als wijnbouwer storten zich volgens insiders in een wijnavontuur.

“Gevestigde waarden manen ons aan om de overenthousiaste starters wat te bedaren, uit vrees dat ze te snel iets op de markt zouden brengen wat de renommee van Belgische wijnen aantast”, zegt professor Dany Bylemans, expert plantenbiotechniek (KU Leuven) en directeur van Proefcentrum Fruitteelt. Die vzw heeft een kennis- en onderzoekscentrum voor wijnbouw, runt al vier jaar een experimentele wijngaard en staat wijnbouwers bij met raad en daad.

Ook pionier Caudron geeft advies aan starters; hij verzorgt de cursus wijnmaker aan opleidingscentrum Syntra. “Nu lacht niemand mij nog uit”, zegt hij met een brede grijns. Met zijn wijngaard van anderhalve hectare was hij zo’n vijftien jaar geleden een van de enige en grootste, vandaag is Kampenberg een van de kleinere.

Komt die boom er nu door de opwarming van de aarde, waardoor het ook bij ons steeds warmer wordt? Voor een groot stuk wel, weten specialisten.

Op heel wat plaatsen voldeden bodem, ondergrond en waterhuishouding op zich al. “In onder andere het Hageland en het Heuvelland is er zeker goede grond, terwijl die in de Antwerpse en Limburgse Kempen minder geschikt is”, zegt Bylemans. Kijk je naar het hele land, dan is Henegouwen de allergrootste wijnprovincie, gevolgd door Namen, Waals- en Vlaams Brabant, Limburg en West-Vlaanderen. In Vlaanderen blijken vooral in de fruitstreek van Haspengouw en het Hageland de omstandigheden optimaal. Daar staat de wijnbouw dan ook het verst.

Dat weten ze bij Genoelselderen in het Limburgse Riemst als geen ander. Het enige wijnkasteel van ons land bestaat al dertig jaar en ligt op een plek waar de Romeinen al wijngaarden hadden. “Omdat de kennis van de vroegere Belgische wijnbouw verloren is gegaan, moest alles vanaf nul worden opgebouwd”, zegt Joyce Kékkö-van Rennes die het wijnkasteel runt. “Toen wij begonnen was er veel scepsis.” Nu kaapt dit ‘huis’ met 22 hectare aan wijngaarden geregeld internationale prijzen weg.

Maar fruitstreek en goede bodemkwaliteit of niet, specialisten zijn unaniem: dankzij de opwarming van de aarde loopt het allemaal lekkerder én smaakt de wijn beter. “Juist daarom zijn wij met het wijnonderzoekscentrum gestart”, zegt Bylemans. “We zagen dat wijnbouw een economische realiteit werd dankzij de opwarming.”

Alles draait daarbij om de juiste verhouding van suikers en zuren. Is het fris, dan blijven druiven te zuur. Te warm geeft te veel suikers. Het eerst levert dus zure wijn op, het tweede een drank met te veel alcohol en een natte, fletse smaak. De cruciale verhouding tussen zuur en zoet wordt sterk bepaald door de temperatuur en lengte van de seizoenen.

Net dat is aan het veranderen. In noordelijke streken wordt het warmer en neemt de temperatuur in het najaar langzamer af. Ooit was het ondenkbaar, maar zelfs in Denemarken en Zweden kan nu wijn worden gemaakt. Grote wijnhuizen zoals het Franse concern LVMH investeren zelfs lustig in wijngaarden tussen Dover en Londen, waar de omstandigheden vandaag lijken op die van de gouden tijden in de jaren 60 in de Franse champagnestreek. Ook in België is het vandaag gemiddeld 2,5 graden warmer dan voor de industriële revolutie. Alle seizoenen worden warmer. Wij belanden, ook door de verdamping van water en vocht die nu een kwart hoger ligt dan in de jaren 70, in een steeds gunstigere zone voor wijn.

‘Wij liggen echt aan de juiste kant van de klimaatopwarming’, zegt expert Dany Bylemans.

Volgens Kékkö-van Rennes kunnen wijnbouwers hun druiven door het warmere en drogere weer veel vroeger plukken. “Bij wijnstokken zitten de wortels bovendien erg diep, waardoor die geen last hebben van meer droogte. Wij zijn er dus blij mee. Droogte betekent ook minder ziektes en onkruid.”

Een internationaal geroemde wijnstreek is België wel nog niet. Typisch voor ‘koudere’ zones zoals onze contreien zijn schuimwijnen en stille witte wijnen, goed voor 80 procent van de Belgische productie in 2017. Nog maar pas is een wijn uit Henegouwen tot beste mousserende wijn ter wereld verkozen. Toen het verdict bekend werd, vroegen de Fransen meteen een hertelling. Want dat kan toch niet dat een Franse wijn niet wint?

Die specialisatie in schuimwijn en wit kan door de opwarming veranderen. “Wij maken nu al wat minder schuimwijnen omdat die eerder koudere jaren willen”, zegt Kékkö-van Rennes. Zo zijn er nu al prima Belgische rode wijnen. Lange tijd was er hier te veel zuur in de druiven om er rode wijn van te maken, maar dankzij de opwarming raakt dat stilaan opgelost. Bylemans: “We hebben Belgische rode wijnen met pinot noir (een druivenras dat van warmte en droogte houdt, BDB) die internationaal hoge toppen scheren. Daar kunnen de Fransen echt niet mee lachen.”

Zeker niet nu de opwarming de wijnoogst ten zuiden van ons tikken uitdeelt. Van Frankrijk, over Italië tot Bulgarije zitten ze met de handen in het haar omdat de opwarming de suiker-zuurverhoudingen doet verschuiven. De merlot uit Bordeaux verliest bijvoorbeeld zijn klassieke frisheid en wordt te zoet en te alcoholisch. Zelfs in de champagne en de Duitse Moezelstreek beginnen de druiven het te warm te krijgen. Daar worden steeds meer typisch Zuid-Franse rode druivenrassen aangeplant, iets wat tot een decennium geleden onmogelijk leek.

De Fransen wordt het zo heet onder de voeten dat ze zelfs hun traditioneel strakke regels in de wijnbouw versoepelen. Hun ‘appellations d’origine contrôlée’ dienden aanvankelijk om de eigen productie uit die verschillende wijnstreken te beschermen. Maar dat zelf opgelegde keurslijf begint door de opwarming steeds meer te knellen. De appellations dicteren dat je binnen één wijnstreek maar een select aantal druivenrassen mag gebruiken. Dat terwijl andere druivensoorten de beste aanpassing kunnen zijn aan bijvoorbeeld het warmere klimaat of nieuwe ziektes.

Onlangs heeft het Syndicat de l’appellation Bordeaux-Bordeaux supérieur daarom zeven nieuwe druivenrassen toegelaten “omdat het belangrijk is om zich te kunnen aanpassen”. Sommige zijn ook beter bestand tegen ziektes. Wel mogen de nieuwe soorten voor maar 10 procent in de uiteindelijke wijn terug te vinden zijn.

Je zou op den duur denken dat de sores in het zuiden en de steeds gunstigere omstandigheden hier van ons land weleens de nieuwe Rhônestreek kunnen maken. Maar die fantasie is iets te hoog gegrepen, al was het maar omdat ons land zo klein is in oppervlakte. “Wel kan de Belgische wijnbouw nog flink groeien”, zegt Bylemans. “We kunnen minstens een belangrijk wijngebied worden, want de opwarming gaat snel en de effecten zijn intens.”

Wijnbouwer Jan Caudron tussen zijn druivenranken.

Wie denkt zo snel fortuin te maken, slaat evenwel de bal mis. “Nu pas, na zo’n vijftien jaar, begint het me iets op te leveren”, zegt Caudron, terwijl hij in zijn bureau gebogen zit over bestelbonnen en facturen. Omdat hij van de wijn nog niet kan leven, verhandelt hij gespecialiseerd wijnmateriaal en geeft hij les en advies.

Veel geduld en investeringskapitaal zijn voorwaarden om in het avontuur te stappen want land, wijnstokken en materiaal zijn duur en je moet zo’n vijf jaar wachten om te zien of het van de grond komt. Vaak staat de kwaliteit van die eerste druiven dan ook nog niet op punt. Bovendien liggen in België niet alleen de grondprijs maar ook de loonkosten hoger.

En dan moet je nog de wijn maken, een ingewikkeld technisch proces waarvoor veel materiaal nodig is. Het gaat van druivenrassen en gisten selecteren, schimmels en andere ziektes bestrijden, snoeien en ontbladeren, tot al dan niet met een oenoloog de uiteindelijke mix bepalen en de wijn in de verschillende fases samenstellen. Ondertussen moet je permanent één oog op het weerbericht houden omdat alle mogelijke weerfenomenen het delicate evenwicht van de wijngaard kunnen verstoren.

“Tot slot moet je de grond in de gaten houden en af en toe laten analyseren”, zegt Caudron. “Zie je die bladeren die er iets geler uitzien dan de rest? Dat zijn jongere planten die nog niet zo goed voeding uit de grond kunnen halen. Die ga ik wat moeten helpen.”

Ook het product aan de man brengen gaat niet vanzelf. Veel consumenten zijn nog niet gewend aan Belgische wijn en spelen liever op veilig met een fles uit Frankrijk of Italië. In Vlaanderen verandert dat stilaan, maar zeker in Wallonië houden ze nog erg vast aan de klassiekers. “Ze vinden daar zelfs mijn etiketten te modern”, zegt Caudron.

Met andere woorden: wie wijnbouwer wil worden, is maar best een zeer geduldige tuinbouwer, chemicus, bioloog, fijnproever en zakenman of -vrouw. Voorts is de natuur onvoorspelbaar, is het hier niet in alle opzichten Frankrijk of Zuid-Afrika en heeft de klimaatverandering ook minder welkome effecten in petto.

Zo hebben we in onze contreien meer dan in het zuiden last van voorjaarsnachtvorst en hagel én leidt de klimaatverandering ertoe dat het de ene dag stormt terwijl de volgende dag een hittegolf begint, zoals ook afgelopen zomer gebeurde.

“Hagel komt vaker voor nu en dat kan alles meteen vernielen”, zegt Caudron. “Je kunt dan hagelnetten hangen, maar dat is duur en dan moet je weer meer sproeien tegen schimmels.” Hij is niet het enige slachtoffer van onverwacht extreem weer. In 2017 leed de hele Europese wijnsector fiks verlies omdat het in de lente eerst heel warm was en dan plots toch weer vroor.

Sowieso kan het ook hier al te heet zijn. Veel droger en warmer dan de zomer van 2018 mag het niet worden, zeggen wijnbouwers. Zeker na de eerste twee jaar kunnen hun planten wel goed tegen de droogte en hitte, maar op den duur wordt het ook voor de Vitis vinifera of de druivelaar te zwaar. Door te veel hitte gaan ze in overlevingsmodus en groeien ze enkele weken niet.

De opwarming versterkt ook bepaalde plagen of ziektes. Een door fruittelers en wijnbouwers gevreesd beestje is de Drosophila suzukii of suzukivlieg. Die rukt hier de laatste jaren op, wellicht door een combinatie van wereldhandel en hogere temperaturen. Het vliegje is dol op rijpend rood fruit, legt met miljarden tegelijk aan de binnenkant van druiventrossen eitjes en draagt de azijnzuurbacterie die suiker direct omzet in azijn.

Vijf jaar geleden raakte Caudron in vier dagen een hele oogst kwijt aan de geniepige Aziatische soort. Daarom stapte hij over van stille wijnen naar schuimwijnen; die kun je vroeger oogsten, op een moment waarop druiven nog niet genoeg suiker bevatten om de suzukivlieg te interesseren. Opmerkelijk genoeg besliste dus indirect de vlieg wat voor wijn het voortaan werd.

Wat ook wel meespeelde, is dat je schuimwijn duurder kunt verkopen. Door de fiscale regels is onze wijn duur. Een flesje Belgisch onder de 10 euro vind je nauwelijks. Dat en het ‘mindere’ prestige tegenover de klassiekers vormen onze achilleshiel. De kwaliteit nog meer verfijnen zou volgens specialisten helpen, zeker bij de rode wijnen. Sommeliers niet meer zo traditioneel opleiden en veel aandacht geven aan prijswinnaars kan ook soelaas brengen.

“Trek de duurzaamheidskaart ”, zegt Kris Vandenwyngaert van Pc Fruit. “Toon dat je in België druiven teelt op een verantwoorde manier met respect voor natuur en consument, en niet op basis van methoden van vijftig jaar geleden toen nog bijna alles mocht. Ook dat trekt consumenten aan.”

Klassiekere marketing is al even cruciaal. Carrefour plant bijvoorbeeld Belgische wijnen net onder de 10 euro aan te bieden. “Wij kunnen ons dat eens veroorloven en zo hopen we ze een boost te geven”, zegt wijnverantwoordelijke Benoît Couderé. “Ook combinaties met Belgische gerechten voorstellen en aantrekkelijkere etiketten maken een verschil.”

Het verschil maken, dat doen wijnbouwers hier nog te weinig. “Velen gaan bijvoorbeeld voor chardonnay”, zegt Vandenwyngaert. “Dan is het lastig om je te onderscheiden met je ‘dure’ flessen want chardonnay groeit overal en vertegenwoordigt nu reeds de helft van alle wijnstokken in België.”

Als Belgische wijnbouwer moet je dus op zoek naar een toegevoegde waarde. “Daarom heb ik nu met een pinot gris als basis eens een artisanale vermout gemaakt. Die kan ik duurder vermarkten”, zegt Caudron, die ervan droomt om ooit pinot noir (de druivensoort die de Bourgondische wijn beroemd maakte) te verbouwen.

Tegelijkertijd maakt wijn verbouwen nederig. “Tegen dat er een goede oplossing bestaat voor het azijnprobleem dat de suzukivlieg met zich meebrengt, is er weer een nieuwe plaag”, zegt Caudron. “Zo gaat het altijd. Er is nu bijvoorbeeld een vernielende cicade op komst. Alles verandert voortdurend en wij passen ons altijd aan, in een soort permanente intense dialoog met de natuur.”

Productie door Remy Amkreutz en Sam Feys.

Komt het weer goed? Lees de andere afleveringen: