Steeds meer jonge ouders stellen zich vragen bij vaccins.

Ondertussen worstelen artsen en verpleegkundigen om een antwoord te geven op die groeiende vaccintwijfel.

Getuigen vertellen hoe de ‘misschien’ na een gesprek met de dokter een duidelijke ‘nee’ werd.

Deze ouders twijfelen over vaccinatie: ‘Mochten mijn kinderen iets oplopen, ik zou me heel erg verantwoordelijk voelen’

Sara Vandekerckhove en Femke van Garderen

Als Thomas*, een dertiger uit de rand van Gent, vader wordt, slaat de twijfel over vaccins toe. “Ik kom uit een traditioneel nest en heb zelf alle inentingen gehad. Maar dat geldt niet voor mijn vriendin. Voor haar was het dus helemaal niet zo evident dat onze dochter alle vaccins zou krijgen. Toen dat duidelijk werd, ben ik mij beginnen inlezen.”

De informatie die Thomas vindt, stelt hem niet gerust. “Ik vind het vreemd dat iedereen die vaccins zomaar vertrouwt. Kan dat niet schadelijk zijn bij een baby van amper acht weken oud? Is het normaal dat je je kind aluminium inspuit? Kan dat geen gevolgen hebben? Ik vind dat geen rare vragen. Maar er was niemand die mij daar uitleg over kon geven.”

Als de arts van Kind en Gezin hoort dat Thomas’ tweede dochter ook alleen de verplichte polioprik mag hebben, krijgen hij en zijn vriendin allerlei verwijten naar het hoofd geslingerd. “Die man begon te roepen. ‘Besef je wel wat je je kinderen aandoet? Wil je dat ze stikken?’ Een hele tirade. Hij speelde heel sterk in op ons schuldgevoel, maar kwam op geen enkel moment met degelijke informatie. We zijn gewoon vertrokken.”

Het verhaal van Thomas is niet uniek. De Morgen sprak met een tiental ouders die twijfelden over vaccins. Allemaal botsten ze op onbegrip en voelden ze zich gepusht om het basisvaccinatieschema af te vinken. En zo werd bij hen de ‘misschien’ na een gesprek met de dokter of verpleegster ineens een duidelijke ‘nee’.

 

“Het verwondert me niet”, zegt vaccinoloog Pierre Van Damme (Universiteit Antwerpen). “Nog steeds studeren er gezondheidswerkers af zonder enige kennis over vaccinaties. Bovendien is het een onderwerp dat in bepaalde richtingen echt minimaal ter sprake komt.”

Een bevraging bij de Europese studenten geneeskunde (EMSA, European Medicine Student Association) bevestigt die stelling. Bij drie op de tien zat vaccinologie naar eigen zeggen niet in het curriculum. Bij de studenten die er wel les over kregen varieerde dat van een lezing van een à twee uur tot meerdere vakken. Over de Belgische studenten geneeskunde was geen aparte informatie voorhanden.

Toch is Van Damme bezorgd: “We moeten investeren in onze toekomstige generatie gezondheidswerkers. Als we dat niet doen, ontstaat er een grote kloof tussen het publiek dat meer wil weten en de experts die geen echte experts zijn. Dat is echt een werkpunt.”

Bij Kind en Gezin beseffen ze dat ze hun medewerkers beter moeten wapenen, want ze worden steeds vaker geconfronteerd met vragen van twijfelende of weigerachtige ouders. De tijden zijn veranderd, benadrukken ze. Waar ouders vroeger zonder verpinken hun advies volgden, bieden ze nu tegenwerk. Is dat wel nodig? Veilig? Waarom zou ik mijn kind vaccineren tegen een ziekte die in Vlaanderen niet meer voorkomt?

“Berichten in de media, opmerkingen op social media, zoektochten op Google… Op het consultatiebureau zien we de impact daarvan”, zegt Evi Goethals (31), vroedvrouw en lactatiekundige bij Kind en Gezin in Gent.

‘We krijgen meer vragen, niet alleen over vaccins trouwens’

‘Over alles’

“Onlangs wou iemand iets weten over de samenstelling van aminozuren in kunstvoeding. Tsja, zulke dingen weet ik niet. Dus geef ik dat ook toe en zoek ik het voor die mensen op.”

Sinds eind vorig jaar organiseert Kind en Gezin een workshop voor artsen en verpleegkundigen over vaccintwijfel- en weigering, en hoe daarmee om te gaan. In het vernieuwde kindboekje staat naast het vaccinatieschema nu een lijvig overzicht van alle vaccins, de ziektes die ze vermijden, het sterftecijfer, ernstige verwikkelingen en eventuele nevenwerkingen.

“Vroeger was het hele vaccinverhaal eenvoudiger”, zegt Goethals. “Je had het vaste schema en zowat iedereen volgde dat. Nu heb je regelmatig nieuwe vaccins die op de markt komen, adviezen die wijzigen, landen zoals Frankrijk die plots een risicoland voor mazelen worden… Het is best veel voor jonge ouders.”

Hoe werkt een vaccin?

Niet alleen Kind en Gezin merkt een kritisch geest ten aanzien van vaccins op. Pediaters en huisartsen zien in hun praktijk net hetzelfde. Dus is het zaak om rustig en onderlegd alle vragen te beantwoorden. Niet evident, klinkt het bij zorgverleners, want dat kost tijd. Tijd die artsen of verpleegkundigen niet altijd hebben. Denk maar aan de strak getimede afspraken bij Kind en Gezin waar naast het vaccin ook de ontwikkeling van het kind gecontroleerd moet worden.

Een betere aanpak had voor Thomas misschien een verschil kunnen maken, zo zegt hij zelf. “De meeste artsen gaan ervan uit dat je vaccineert. Doe je het niet, krijg je meteen een reactie van verbazing en veroordeling. Er is weinig ruimte voor dialoog.”

Nonchalance

Op dit moment ligt de vaccinatiegraad In Vlaanderen nog hoog. Het brede, gratis systeem van vaccinatie via Kind en Gezin en het CLB loont, zo benadrukken alle experts. Zijn er meer twijfelaars? Volgens de gezondheidswerkers op het terrein zeker wel, maar voorlopig zien we ze nog niet in de cijfers.

Wat wel doorschemert in de cijfers is een groeiende nonchalance. Dat eerste vaccin bij dat eerste kind, daar scoort de Vlaming uitermate goed op. Maar de vierde dosis bij kind drie? Daarbij liggen de percentages opmerkelijk lager. Het pneumokokkenvaccin bijvoorbeeld ging de voorbije jaren bij een eerste dosis boven de 90 procent. De derde dosis schommelt rond de 86 procent. “Dat heeft natuurlijk niks met antivaccinatiegevoelens te maken”, zegt vaccinologe Corinne Vandermeulen (KU Leuven). “Wel met praktische zaken. Ouders hebben het druk, geraken er er niet, zijn de afspraak vergeten…”

Voor nonchalance betalen we trouwens vandaag al de prijs. Net omdat in de jaren zeventig en tachtig de vaccinatie van mazelen nog niet breed verspreid was en er ook nog geen tweede dosis werd gegeven, hebben we nu opnieuw een epidemie. In de eerste negen maanden van dit jaar waren er al drie keer zoveel gevallen van mazelen dan in heel 2018. “Er zijn al meerdere campagnes geweest zodat mensen hun vaccinatiestatus zouden nakijken (bijvoorbeeld op laatjevaccineren.be, red)”, zegt Vandermeulen. “Maar die slaan weinig aan. Het gebeurt gewoon niet.”

Ook als het gaat over het ‘op tijd krijgen’ van alle vaccins scoort Vlaanderen niet zo goed. De beoogde 80 procent – wat betekent dat acht op de tien kinderen hun vaccins binnen de vooropgestelde termijnen moeten krijgen – uit het Vlaamse Actieplan Vaccinaties zullen we in 2020 wellicht niet halen. “Elk uitstel is risico op afstel”, zegt Vandermeulen. “En zolang je de vaccinatie niet krijgt, loop je het risico om de ziekte op te lopen.”

Een andere bezorgdheid is de vaccinatiegraad bij de oudere bevolkingsgroepen, tegen griep en pneumokokken. Ook daar zitten we volgens de meest recente Gezondheidsenquête qua percentages ver onder de beoogde doelstellingen.

Zo verloopt een uitbraak van mazelen als kinderen (niet) zijn gevaccineerd:

Het zijn allemaal factoren die mee de zogenaamde groepsimmuniteit in het gedrang kunnen brengen. Vaccineren is namelijk ook een sociaal gebeuren. Door bijna iedereen in te enten, zijn niet alleen diegenen die een prik kregen beschermd, maar ook de mensen die door ziekte of allergie geen vaccin mogen krijgen. Baby’s bijvoorbeeld krijgen pas rond hun eerste verjaardag het mazelenvaccin. Heeft ruim 95 procent van de bevolking die prik gekregen, dan lopen zij in de tussentijd geen gevaar.

De uitbraak van mazelen, de waarschuwing van de WHO, het toenemend aantal vragen van kritische ouders… Het maakt dat de gezondheidsinstanties een tandje hoger schakelen. Het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid werkt aan een omvattend crisisplan, om de kennis en het vertrouwen in vaccins te vergroten en te versterken. Ook bij het grote publiek.

Hoewel iedereen zich zorgen maakt over die groeiende kritische massa, beweert niemand dat we terug moeten naar de tijd waarin iedereen slaafs het advies van de dokter volgde. “De bezorgdheid bij ouders is goed”, zegt zegt professor Heidi Theeten, die samen met Pierre Van Damme, aan het Centrum voor de Evaluatie van Vaccinaties aan de Universiteit Antwerpen, is verbonden. “We moeten dat niet vertalen als ‘ze willen het niet’, maar wel als ‘ze willen meer informatie’. Terecht. Die moeten we dan ook geven, op maat, zodat iedereen een echte bewuste keuze kan maken.”

‘De bezorgdheid bij ouders is goed’

‘We moeten dat niet vertalen als ‘ze willen het niet’, maar wel als ‘ze willen meer informatie’’

Verantwoordelijk

Al creëert die toenemende bezorgdheid volgens viroloog Marc Van Ranst (KU Leuven) soms absurde situaties. “Kijk naar debatten in de media, met aan de ene kant een expert die zich al twintig jaar verdiept in vaccinologie. En aan de andere kant bijvoorbeeld ‘Roger’, die sinds kort online wat dingen over vaccins heeft opgezocht. Weet je, aan de universiteit van Google studeert iedereen af met grote onderscheiding. De publieke opinie ziet zo’n debat en denkt: de waarheid zal wel ergens in het midden liggen. Dat is onzin natuurlijk. De expert heeft gelijk.”

Niemand heeft Thomas de voorbije jaren kunnen overtuigen. Zijn twee dochters hebben enkel de polioprik gehad. “Ik moet bekennen dat we altijd op onze honger zijn blijven zitten. Aan de ene kant heb je de pro’s, die het niet in vraag stellen en die een ‘gewoontelogica’ hanteren. Aan de andere kant de anti-vaxxers, die met doemscenario’s komen en simplistische redeneringen volgen. Van geen van beiden krijg ik de antwoorden waar ik naar op zoek ben. Wetenschappers en artsen zijn ook helemaal ondergedompeld in dat medische verhaal. Ik vraag me oprecht af hoe kritisch zij hiernaar kijken. En je kunt ook niet ontkennen dat de motieven van Big Pharma ook niet altijd even koosjer zijn. Gaat het echt om de gezondheid van onze kinderen of gaat het over geld?”

Wat daarom niet betekent dat zijn dochters nooit een prik zullen krijgen. “Ik moet toegeven: ik twijfel nog altijd. De kans is reëel dat onze oudste dochter haar vaccins zal krijgen op de lagere school. Dan is ze al groter.” Hij zwijgt even. “Mochten mijn kinderen in de tussentijd iets oplopen, dan zou ik me heel erg verantwoordelijk voelen.”

* Thomas is niet zijn echte naam.

Foto’s: Wouter Van Vooren en Bob Van Mol. Infografieken: Jan Straetmans.
Productie: Sam Feys en Remy Amkreutz