“Onlangs wou iemand iets weten over de samenstelling van aminozuren in kunstvoeding. Tsja, zulke dingen weet ik niet. Dus geef ik dat ook toe en zoek ik het voor die mensen op.”
Sinds eind vorig jaar organiseert Kind en Gezin een workshop voor artsen en verpleegkundigen over vaccintwijfel- en weigering, en hoe daarmee om te gaan. In het vernieuwde kindboekje staat naast het vaccinatieschema nu een lijvig overzicht van alle vaccins, de ziektes die ze vermijden, het sterftecijfer, ernstige verwikkelingen en eventuele nevenwerkingen.
“Vroeger was het hele vaccinverhaal eenvoudiger”, zegt Goethals. “Je had het vaste schema en zowat iedereen volgde dat. Nu heb je regelmatig nieuwe vaccins die op de markt komen, adviezen die wijzigen, landen zoals Frankrijk die plots een risicoland voor mazelen worden… Het is best veel voor jonge ouders.”
Hoe werkt een vaccin?
Niet alleen Kind en Gezin merkt een kritisch geest ten aanzien van vaccins op. Pediaters en huisartsen zien in hun praktijk net hetzelfde. Dus is het zaak om rustig en onderlegd alle vragen te beantwoorden. Niet evident, klinkt het bij zorgverleners, want dat kost tijd. Tijd die artsen of verpleegkundigen niet altijd hebben. Denk maar aan de strak getimede afspraken bij Kind en Gezin waar naast het vaccin ook de ontwikkeling van het kind gecontroleerd moet worden.
Een betere aanpak had voor Thomas misschien een verschil kunnen maken, zo zegt hij zelf. “De meeste artsen gaan ervan uit dat je vaccineert. Doe je het niet, krijg je meteen een reactie van verbazing en veroordeling. Er is weinig ruimte voor dialoog.”
Nonchalance
Op dit moment ligt de vaccinatiegraad In Vlaanderen nog hoog. Het brede, gratis systeem van vaccinatie via Kind en Gezin en het CLB loont, zo benadrukken alle experts. Zijn er meer twijfelaars? Volgens de gezondheidswerkers op het terrein zeker wel, maar voorlopig zien we ze nog niet in de cijfers.
Wat wel doorschemert in de cijfers is een groeiende nonchalance. Dat eerste vaccin bij dat eerste kind, daar scoort de Vlaming uitermate goed op. Maar de vierde dosis bij kind drie? Daarbij liggen de percentages opmerkelijk lager. Het pneumokokkenvaccin bijvoorbeeld ging de voorbije jaren bij een eerste dosis boven de 90 procent. De derde dosis schommelt rond de 86 procent. “Dat heeft natuurlijk niks met antivaccinatiegevoelens te maken”, zegt vaccinologe Corinne Vandermeulen (KU Leuven). “Wel met praktische zaken. Ouders hebben het druk, geraken er er niet, zijn de afspraak vergeten…”
Voor nonchalance betalen we trouwens vandaag al de prijs. Net omdat in de jaren zeventig en tachtig de vaccinatie van mazelen nog niet breed verspreid was en er ook nog geen tweede dosis werd gegeven, hebben we nu opnieuw een epidemie. In de eerste negen maanden van dit jaar waren er al drie keer zoveel gevallen van mazelen dan in heel 2018. “Er zijn al meerdere campagnes geweest zodat mensen hun vaccinatiestatus zouden nakijken (bijvoorbeeld op laatjevaccineren.be, red)”, zegt Vandermeulen. “Maar die slaan weinig aan. Het gebeurt gewoon niet.”
Ook als het gaat over het ‘op tijd krijgen’ van alle vaccins scoort Vlaanderen niet zo goed. De beoogde 80 procent – wat betekent dat acht op de tien kinderen hun vaccins binnen de vooropgestelde termijnen moeten krijgen – uit het Vlaamse Actieplan Vaccinaties zullen we in 2020 wellicht niet halen. “Elk uitstel is risico op afstel”, zegt Vandermeulen. “En zolang je de vaccinatie niet krijgt, loop je het risico om de ziekte op te lopen.”
Een andere bezorgdheid is de vaccinatiegraad bij de oudere bevolkingsgroepen, tegen griep en pneumokokken. Ook daar zitten we volgens de meest recente Gezondheidsenquête qua percentages ver onder de beoogde doelstellingen.