Op 8 september start het proces rond de aanslagen in Parijs op 13 november 2015

20 terreurverdachten staan terecht voor de moord op 130 mensen

Aan de hand van gerechtelijke stukken reconstrueert De Morgen de noodlottige dag

Waarom de dodentol nog een pak hoger had kunnen zijn dan 130

Op 13 november 2015 doodden drie terreurcellen in Parijs 130 mensen. Was alles volgens het vooropgestelde plan verlopen, had de dodentol nog veel hoger gelegen, leer een reconstructie aan de hand van gerechtelijke stukken. Het proces rond de aanslagen start morgen onder wereldwijde mediabelangstelling.

DOUGLAS DE CONINCK

Kaarten: Google Earth Studio
Longread en animaties: Jan Straetmans & Bart Hebben.

Salim Toorabally, een 41-jarige Mauritiaan, zal die avond van een anonieme bewakingsagent transformeren in een wereldwijd gevraagde spreker over stadionveiligheid, meervoudig gedecoreerd Frans staatsburger en eregast op het EK 2016. De reden: ergens tussen halfacht en kwart voor negen ontzegt hij aan poort L van het Stade de France een twintigjarige man de toegang tot het stadion omdat die geen ticket bij zich heeft.

“Hij is een minuut of tien aan de omheining blijven staan”, verklaart Toorabally later aan de politie. “Hij zei dat hij zijn neef ging bellen. Daarna vertrok hij in de richting van poorten H, G en D.”

De tien minuten waarin Bilal Hadfi niet weet waarnaartoe zijn cruciaal en levensreddend voor een groot aantal mensen. De voetbalwedstrijd Frankrijk-Duitsland wordt om 21.01 uur op gang gefloten, en er lijkt onder de terroristen te zijn afgesproken dat Hadfi moet zien binnen te geraken om zijn bommengordel tot ontploffing te brengen bij de start van de wedstrijd. Onderzoekers vermoeden dat het de bedoeling was dat de twee anderen, de Iraakse IS-strijders Ahmad al-Mohammad en Mohammed al-Mahmod, na de evacuatie van het stadion de vluchtende massa zouden opwachten en dan toeslaan.

Bestandsmapje

13 november 2015 was een rampzalige dag, maar als hij helemaal volgens plan was verlopen, was hij nog veel rampzaliger geweest. Dat valt op te maken uit een bestandsmapje dat op 7 november om 4.32 uur ’s ochtends is aangemaakt op de later teruggevonden HP ProBook van de terroristen.

Het mapje draagt de naam ‘13 november’ en bevat vijf submappen: ‘groep Omar’, ‘groep Fransen’, ‘groep Schiphol’, ‘groep Irakezen’ en ‘groep metro’.

Het mapje draagt de naam ‘13 november’ en bevat vijf submappen: ‘groep Omar’, ‘groep Fransen’, ‘groep Schiphol’, ‘groep Irakezen’ en ‘groep metro’. © Ministère de la Justice

Van de vijf aangeduide terreurcellen zullen er twee uiteindelijk niet in actie komen. Osama Krayem en Sofien Ayari, die uit gebied komen dat door Islamitische Staat (IS) bezet is, nemen die avond wel met een enkel ticket een autocar aan het Brusselse Noordstation en reizen naar de luchthaven van Schiphol, maar kopen daar gewoon een nieuw ticket en keren terug. Krayem zal achteraf tijdens ondervragingen beweren dat ze “enkel lockers moesten gaan bekijken”. Dat is ook de versie waarmee hij straks ook op het proces in Parijs het assisenhof denkt te kunnen overtuigen.

De ‘groep metro’ was volgens de onderzoekers wellicht voorbestemd om te bestaan uit de IS-strijders Adel Haddadi en Muhammad Usman, maar de Algerijn en de Pakistaan zijn tijdens hun vlucht eerst door de Griekse en daarna de Oostenrijkse autoriteiten betrapt op valse papieren en zijn niet uit Oostenrijk weggeraakt. In hun latere verhoren geven Haddadi en Usman aan dat ze geen idee hebben wat hun taken zouden zijn geweest.

De drie resterende cellen, goed voor elf terroristen, zijn elk met aparte huurauto’s naar Parijs gekomen en verspreid over enkele dagen eerder door Salah Abdeslam gehuurde kamers in Alfortville en Bobigny, vlak bij de doelwitten.

Bilal Hadfi is op donderdagavond 12 november vanuit een safehouse in Jette vertrokken in een Volkswagen Polo met aan boord ook de Franse IS-strijders Fouad Mohamed-Aggad (23), Ismaël Mostefai (29) en Samy Amimour (28). Dit viertal is voorbestemd voor de concertzaal Bataclan. Met zijn vieren checken ze in het Appart Hotel in Alfortville in. De vier genieten een blind vertrouwen van leider Abdelhamid Abaaoud. Hijzelf, behorend tot de ‘groep Omar’ (genoemd naar zijn IS-alias), verblijft in Bobigny.

Daar verblijft ook Mohamed Abrini, de latere ‘man met het hoedje’ in Zaventem. Hij heeft geholpen met het boeken van hotelkamers en het huren van auto’s. Salah Abdeslam vertelt hem op donderdagavond bij een hamburger in een fastfoodrestaurant dat ook hij wordt verondersteld de volgende dag als martelaar te sterven. Abrini ziet dat niet zitten en laat zich met een taxi naar Brussel terugvoeren.

Van zodra dat ter ore komt van Abdelhamid Abaaoud verhuist Bilal Hadfi van Alfortville naar Bobigny. Hij wordt op het allerlaatste moment toegevoegd aan de ‘groep Irakezen’ die zich moeten opblazen in of aan het Stade de France. Het kan een deel van de verklaring zijn waarom de aanslag in het voetbalstadion mislukt, of toch zo goed als.

Te laat

Op bewakingsbeelden is te zien dat Bilal Hadfi een trainingsjasje van Bayern München heeft aangetrokken. Al-Mahmod draagt de broek van datzelfde trainingspak en al-Mohammad heeft een Duitse vlag over zijn schouders hangen.

Om 20.55 uur staan de twee Irakezen nog altijd te dralen voor poort A, zijnde 180 graden verwijderd van poort L, waar Bilal Hadfi de toegang is geweigerd. Op beelden is te zien hoe Hadfi druk telefonerend en gesticulerend het hele stadion rond moet lopen. Dat is een fikse wandeling. De match is al elf minuten bezig als hij de twee anderen treft.

Er zijn nog altijd laatkomers die het stadion binnengaan, maar de echte massa is nu buiten bereik. In een achteraf verspreide maar vooraf opgenomen opeisingsboodschap zal IS vanuit Raqqa benadrukken dat alle commando’s in Parijs gelijktijdig hebben toegeslagen. Allicht ligt daar de verklaring waarom de terroristen in het Stade de France niet wachten tot aan de rust, of tot aan het einde van de wedstrijd: ze moeten zich aan de timing houden.

Om 21.16 uur blaast Ahmad al-Mohammad zich op voor een groepje mensen ter hoogte van een restaurant tegenover poort D. De knal is hoorbaar tot in het stadion, waar Patrice Evra de bal achteruit speelt en zich er duidelijk meteen van bewust lijkt dat er iets ernstigs aan de hand is.

De luchtverplaatsing wordt de 63-jarige Portugese buschauffeur Manuel Colaço Dias fataal. Hij kreeg zijn autocar niet snel genoeg geparkeerd en wou net het stadion binnengaan als Al-Mohammad zichzelf tot ontploffing brengt. De drie kamikazes zelf buiten beschouwing gelaten is hij het enige dodelijke slachtoffer van de aanslagen rondom het Stade de France.

Manuel Colaço Dias.

Een bewakingsbeeld laat zien dat er zich op het moment van de eerste explosie behoorlijk wat mensen hebben verzameld voor poort D.

Een bewakingsbeeld laat zien dat er zich op het moment van de eerste explosie behoorlijk wat mensen hebben verzameld voor poort D. © Ministère de la Justice

De beelden laten ook zien hoe Mohammed al-Mahmod niet lijkt te kunnen kiezen tussen poorten H en G. Hij zoekt eerst een groepje mensen op aan H, loopt dan naar G, en daarna terug naar H, waar hij dicht bij een twintigtal mensen gaat staan. Drie minuten na al-Mohammad blaast ook al-Mahmod zich op.

Hij verwondt enkele mensen en doodt zichzelf.

Aanslag poort H © Ministère de la Justice

Bilal Hadfi is gaan versnellen, en lijkt niet goed te weten waar naartoe. Hij loopt met zijn telefoon aan zijn oor weg van het stadion, onder de A86-autosnelweg door. Overal loeien sirenes, en in het stadion is president François Hollande door zijn bewakers al in veiligheid gebracht.

Cannabis

Exact vijf minuten na de tweede explosie aan het Stade de France stopt een Seat voor de terrassen van Le Carillon en Le Petit Cambodge, vlak bij de Place de la Nation. Gewapend met drie kalasjnikovs van het merk Zastava vuren Abdelhamid Abaaoud, Chakib Akrouh en Brahim Abdeslam 203 kogels af op de terrassen.

Het technisch labo vindt later twee lege laders terug voor het terras van de Carillon. Twee daders hebben geschoten en herladen, terwijl de derde bleef schieten.

Nadat het dertien mensen heeft vermoord, rijdt het trio verder naar de volgende doelwitten, café La Bonne Bière en pizzeria La Casa Nostra. Hier vindt het labo achteraf 168 kogels terug. Nog eens vijf mensen worden gedood.

Om 21.36 uur stopt de Seat voor een volgende zaak, La Belle Equipe. Hier wordt 128 keer geschoten. Er vallen 21 doden.

Abaaoud en Akrouh laten Brahim Abdeslam uitstappen voor een volgende zaak, Le Comptoir Voltaire. De Molenbekenaar draagt als enige van de drie een bommengordel.

“Hij houdt iets in zijn rechterhand en legt zijn linkerhand voor zijn ogen”, zo beschrijft de akte van beschuldiging een bewegend camerabeeld. “Hij wordt voorwaarts geprojecteerd op een tafel, er vertrekken lichtflitsen vanuit zijn rug.”

Er vallen meerdere gewonden. Het enige dodelijke slachtoffer is Brahim Abdeslam zelf. De lichamen van alle kamikazes zijn achteraf onderzocht op de aanwezigheid van alcohol, medicatie en cannabis. Voor elk van hen zijn de resultaten negatief, behalve voor Brahim Abdeslam. De wetsdokter vermeldt “aanwezigheid van cannabis in het bloed en de urine”.

Het is 22.04 uur als Abaaoud en Akrouh de Seat parkeren in een straat in Montreuil. Als de Parijse politie de auto later doorzoekt, vindt ze de drie kalasjnikovs en maar liefst vijftien laders die allemaal zijn leeggeschoten, of zo goed als. De enige reden waarom het moorden is gestopt, lijkt een tekort aan munitie te zijn.

‘Feest van perversiteit’

Om 21.47 uur, zes minuten nadat Brahim Abdeslam zich heeft opgeblazen, dringen Mohamed-Aggad, Mostefai en Amimour de Bataclan binnen. De Parijse concertzaal wordt al vermeld in het bestandsmapje op de pc. In een opeisingsaudio zal IS het concert van Eagles of Death Metal de volgende dag bestempelen als een “feest van perversiteit”, maar het valt niet uit te sluiten dat Abaaoud en co vooraf nooit van de Amerikaanse band hadden gehoord.

Een achteraf in een vuilnisbak in de buurt van de Bataclan teruggevonden Samsung, met DNA-sporen van Mohamed-Aggad en Mostefai op, laat zien dat daarmee op 13 november 2015 om 15.19 uur een internet-zoekactie is uitgevoerd naar ‘Bataclan Parijs programmatie concerten’. Tussen 15.30 en 16.15 uur is er gekeken naar een reportage over de Bataclan. Vier minuten later wordt een eerste foto van de zaal gedownload en daarna wordt er gezocht naar een plattegrond.

Het lijkt alsof de daders hierna nog even twijfelen over hun doelwit, want om 16.41 uur wordt gekeken naar de agenda van zaal Grand Mix in Tourcoing en die van zaal Paloma in Nîmes.

Intussen loopt Bilal Hadfi al meer dan een halfuur met zijn bommengordel door de straten rond het Stade de France te dolen. Uit camerabeelden valt op te maken dat hij in rondjes loopt. Hij staat voor een McDonald’s die als gevolg van de eerste explosies is geëvacueerd, loopt ervan weg, keert weer terug.

“Hij steekt de straat over om bij de klanten te komen die net zijn geëvacueerd uit de McDonald’s”, zo beschrijft de akte van beschuldiging een camerabeeld om 21.53 uur. “Bilal Hadfi verstart.”

En ontploft. Ook de twintigjarige Brusselaar die tien maanden eerder nog tot ergernis van zijn leerkrachten de aanslag bij Charlie Hebdo bejubelde op Facebook, doodt zichzelf en verder niemand.

Bataclan

Het is 21.47 uur als het geroffel van drums van Eagles of Death Metal tijdens het nummer ‘Kiss the Devil’ overgaat in schoten uit een machinegeweer. Het concert wordt meteen stopgezet.

1.500 mensen wonen het optreden bij. Er worden in eerste instantie 258 kogels afgevuurd op de massa. Agenten Guillaume Cardy en Grégory Delfortrie zijn als eersten ter plaatse en gaan ondanks het geratel van machinegeweren meteen de concertzaal binnen. Het eerste wat ze zien is hoe Samy Amimour van op het podium een toeschouwer executeert. De twee anderen zijn de trap opgegaan naar het balkon en vuren van daaruit op de aanwezigen.

Om 21.56 uur rapporteert een van de twee agenten op de Parijse politieradio: “Ik ben in de Bataclan. Meerdere tientallen doden. Individuen hebben zich boven verschanst. Ze schieten nog altijd. We zijn met zijn tweeën, we geraken moeilijk vooruit.”

De agenten bevinden zich op 25 meter van het podium en hebben enkel hun dienstwapens bij zich. Ze vuren viermaal op Samy Amimour. Het is viermaal raak, waarna de IS-strijder zijn bommengordel activeert. Op de politieradio is om 21.59 uur te horen: “Eén terrorist neergeschoten in de Bataclan. Ze hebben ook een bom doen ontploffen. We blijven vooruitgaan.”

Na het bloedbad zal het technisch labo op de vloer van de concertzaal een dictafoontje aantreffen. Het is niet duidelijk wie de opname heeft gemaakt. Het lijkt iemand te zijn geweest die in de buurt van Mohamed-Aggad en Mostefai stond en met hen in dialoog tracht te gaan.

Een stem, het is niet duidelijk of het Mohamed-Aggad of Mostefai is, zegt: “Waarom wij dit doen? Jullie bombarderen onze broeders in Syrië, in Irak. Wij zijn helemaal uit Syrië gekomen om hier hetzelfde te doen. Franse en Amerikaanse soldaten bombarderen vanuit de lucht. Wij zijn mannen, wij bombarderen jullie hier op de grond. Wij hebben geen vliegtuig nodig. Hier hebben jullie president Hollande verkozen. Bedank hem. Weet dat dit nog maar het begin is. De soldaten van het kalifaat zijn overal. Ze zijn over de hele wereld. In Frankrijk, in de Verenigde Staten. We gaan overal toeslaan.”

Na het neerschieten van Amimour laat het bandje horen hoe een van de twee naar de agenten roept: “We hebben gijzelaars! Als je ze wil dat ze sterven, doe dan vooral verder.” Daarna richt de stem zich tot de gijzelaars: “Sta op! Sta op! We gaan naar boven. Haast jullie!”

In vier golven wordt er vanuit de Bataclan met kalasjnikovs op agenten geschoten. Onder de gijzelaars is een onderhandelaar aangeduid, die zich tot de agenten richt: “Wij zijn gegijzeld. Ze hebben bommengordels. Kom vooral niet naar hier, want ze gaan alles opblazen.”

Als om 22.20 uur de eerste agenten van de Brigade de Recherche et d’Intervention (BRI) de Bataclan binnengaan en posities innemen, krijgen ze van Cardy en Delfortrie te horen dat het nu al een tijdje rustig is, en niet uit te sluiten valt dat de terroristen de Bataclan hebben verlaten.

Skypegesprek

Rond 23.15 uur krijgt een onderhandelaar van de BRI via de smartphone van een van de gijzelaars eindelijk contact met Mohamed-Aggad en Mostefai. Zij zijn er nog steeds. Een van hen vraagt de onderhandelaar of de nieuwszenders ter plaatse zijn. Hij lijkt in een live-uitzending te willen inbreken. Terwijl de onderhandelaar tijd tracht te winnen, nemen scherpschutters hun posities in.

Iets voor middernacht pakt Mohamed-Aggad de iPhone van toeschouwster Marie Simonin. Hij probeert eerst zijn verloofde te bellen, twee keer, maar ze neemt niet op. Hij logt in op zijn eigen mail en creëert van daaruit een Skype-account. Hij onderneemt daarmee acht pogingen om naasten te bereiken, en krijgt om 00.10 uur even zijn moeder te horen, die hem vraagt waar hij is. Hij stuurt haar een berichtje: “Ik ga binnenkort Allah ontmoeten. Zeg aan mijn vrouw (zijn verloofde, ddc) dat ze onmiddellijk contact opneemt. Het is dringend.”

Hij krijgt ook haar nog even aan de lijn.

Om 00.18 uur schiet een scherpschutter van antiterreureenheid RAID een camera stuk waarvan wordt gedacht dat die hun posities kan verraden aan de terroristen. Meteen daarna is op de radio te horen: “Komaan jongens, we gaan vooruit.”

Mohamed-Aggad wordt als eerste tweemaal geraakt en blaast zich op. Door de luchtverplaatsing gaat Mostefai tegen de grond. Hij kan worden doodgeschoten voor hij zichzelf kan opblazen.

Nergens is de balans die nacht zo zwaar als in de Bataclan: negentig doden.

Het jongste slachtoffer is de Frans-Armeense Lola Ouzounian (17). Zij woonde het concert bij samen met haar vader Eric, die lichtgewond raakte. Het meisje werd nog overgebracht naar een Parijs ziekenhuis, maar bezweek daar aan een kogelwonde.

Het oudste slachtoffer is Jean-Jacques Amiot (68), een Parijse hippie, verwoede concertganger en opa van twee. Hij stond op de eerste rij met een vriend en probeerde de zaal te ontvluchten langs de passage Amelot, het steegje naast de Bataclan waarvan die nacht aangrijpende beelden van vluchtenden de wereld rondgaan. Amiot werd getroffen door een kogel in het achterhoofd.

Salah Abdeslam

Nadat hij met zijn gehuurde Renault Clio de drie anderen heeft afgezet aan het Stade de France is Salah Abdeslam schijnbaar doelloos door Parijs gaan rijden. Hij parkeert om 21.59 uur aan de Place Albert Khan. Na zijn arrestatie zal hij aan Belgische speurders verklaren dat hij zich net als de drie anderen hoorde op te blazen in het stadion, maar dat zijn bommengordel niet werkte.

Op bewakingsbeelden is geen enkel fragment terug te vinden dat die versie ondersteunt, en al heel snel zal Abdeslam tijdens zijn verhoren geen woord meer lossen. Het parket in Parijs attendeert in de akte van beschuldiging op de audioboodschap waarmee IS op 14 november de aanslagen opeist. Daarin is sprake van “acht broeders met explosievengordels en aanvalsgeweren” die zich in Parijs gelijktijdig opbliezen nabij “doelwitten in het tiende, elfde en achttiende arrondissement”.

De opeisingsboodschap is ingesproken door de voormalige Franse rapper Fabien Clain en zijn oudere broer Jean-Michel. Zij doen dat in Raqqa en kunnen op dat moment niet weten hoe het Salah is vergaan. De broers Clain zijn gedagvaard op het proces in Parijs, ook al wordt algemeen aangenomen dat zij jaren geleden al zijn gedood tijdens bombardementen boven Raqqa.

De plaats waar Salah Abdeslam de Renault Clio achterliet ligt op wandelafstand van metrostation Porte de Clignancourt, het eindpunt van metrolijn 4. Het station ligt in het 18de arrondissement.