Te weinig materiaal, te weinig kennis, te weinig personeel.

En toen kwam het leger.

De dag dat soldaten tegen Covid-19 werden ingezet in een Brussels woon-zorgcentrum

Te weinig materiaal, te weinig kennis en te weinig personeel: onze woon-zorgcentra gingen vrijwel ongewapend de coronacrisis te lijf, blijkt uit een onderzoek van De Morgen. Hulp van buitenaf bleek daardoor levensnoodzakelijk. ‘De eerste dag liepen we daar nog rond in onze militaire uniformen. We zijn dan overgeschakeld op gewone witte pakken. Die mensen waren al bang genoeg.’

Douglas De Coninck en Cathy Galle

‘Mijnheer. Op maandag 6 april, aan het eind van de ochtend, zijn wij door een ploeg van Artsen zonder Grenzen op de hoogte gebracht van het feit dat er slechts 3 personeelsleden aanwezig waren voor 71 residenten (…) Mijn diensten hebben daarop onmiddellijk het leger gecontacteerd.”

De afzender is Tania Dekens, leidend ambtenaar bij Iriscare, het Brusselse equivalent van het Vlaamse agentschap Gezondheid in het Brusselse gewest. De bestemmeling is Jean-Luc Berten, afgevaardigd bestuurder bij woon-zorgcentrum Archambeau in Jette. De brief van Tania Dekens maakte ook nog melding van nul verplegers voor de nachtdienst op 11 april en de directrice die “zich in een emotioneel kritieke toestand bevindt” en “de uitputting nabij is”.

Dit lijkt het moment waarop de crisis is ontploft. Waarop de situatie totaal uitzichtloos leek. Het leger moest worden ingezet tegen Covid-19.

Wat er exact fout liep in heel wat woon-zorgcentra, is in één zin samen te vatten: ze werden in de hele coronacrisis gewoon vergeten. Jozef Pacolet, die aan het Leuvense Onderzoeksinstituut voor Arbeid en Samenleving (HIVA) al uitgebreid onderzoek deed naar de ouderenzorg, staat nog altijd verbaasd over wat hij het “ziekenhuiscentrisch gedrag” noemt. “Dit had ik nog nooit gezien. Alles werd op alles gezet voor de ziekenhuizen. De rusthuizen werden compleet aan hun lot overgelaten.”

‘We hadden niets’

Als we hem twee maanden later ontmoeten, is Jean-Luc Berten van het rusthuis in Jette nog altijd kwaad. Zonder dat hij expliciet kan zeggen op wie.

Berten: “Hier was voor gewaarschuwd. Virologen wisten al van in december dat dit op ons afkwam.”

‘Wij zijn op 11 maart in isolatie gegaan, alle mensen bleven op hun kamers,en wij hadden niets. Totaal niets.’

‘Geen schorten, geen handschoenen. Mondmaskers waren al helemaal uitgesloten.’

“Waar er mondmaskers beschikbaar waren, gingen die prioritair naar de ziekenhuizen”, vervolgt Berten. “En dat ging ook rond in die dagen. Mensen die zeiden: ‘Ze laten de oudjes in de rusthuizen sterven, dan hoeven er geen pensioenen meer te worden betaald.’ Terwijl wij aan het vechten waren voor de generatie die ons een opvoeding heeft gegeven. Die ons respect verdiende. Ons personeel hoorde die verhalen ook. En we konden hun doktersbriefjes niet betwisten. Het was zo al hectisch genoeg. Je kon alleen maar accepteren wat zich voordeed. Doordat er geen beschermende kledij was, meldde je personeel zich massaal ziek. En je wist: zij hebben hun eigen gezin, hun eigen omgeving.

“Zelfs de poetsvrouwen wilden het gebouw niet meer binnen. Op een bepaald moment hielden we zeven personeelsleden over op een totaal van veertig. Dát waren voor mij de echte helden. Die werkten zonder handschoenen, zonder schorten.”

Jean-Luc Berten, bestuurder van rusthuis Résidence Archambeau in Jette. © Wouter van vooren

Als voorzitter van de Belgische Federatie van Zorgkundigen trok Paul Cappelier als een van de eersten aan de alarmbel. Hij kreeg voortdurend verhalen te horen over de slechte omstandigheden waarin zijn leden moesten werken. Begin deze maand hield hij een uitgebreide bevraging onder zijn leden. Daaruit blijkt dat 200 woon-zorgcentra de afgelopen maanden hulp kregen van buitenaf. Vooral van thuisverpleegkundigen en studenten verpleegkunde en zorgkunde. Maar ook familieleden van de bewoners en gewone vrijwilligers probeerden te helpen waar ze konden. In sommige gevallen kreeg een rusthuis ook hulp van het Rode Kruis en Artsen zonder Grenzen. En heel uitzonderlijk dus ook van het leger. De federale regering had zes teams aangeboden aan de woon-zorgcentra.

Wel opvallend: terwijl de rusthuizen aan het verzuipen waren, stonden 13.273 werknemers uit de categorie ‘menselijke gezondheidszorg’ op tijdelijke werkloosheid. Dat blijkt uit cijfers van het kabinet van federaal minister van Werk Nathalie Muylle (CD&V). Voor een deel gaat het om administratief personeel, maar evengoed om medisch geschoold personeel uit bijvoorbeeld ziekenhuizen en artsenpraktijken. Door het wegvallen van niet-dringende ingrepen en operaties en het feit dat het al bij al behapbaar bleef binnen de ziekenhuizen, was er voor hen geen werk. Maar die mensen inzetten in de woon-zorgcentra, was geen optie, klinkt het bij de vakbonden. “Je kan mensen niet dwingen om ergens te gaan werken waar ze gevaar lopen”, luidt het.

Pierre Ronette van het veertiende regiment van het medisch bataljon in Peutie was een van de zes soldaten die in de ochtend van dinsdag 7 april het rusthuis in Jette binnen marcheerde. “Wij zijn gespecialiseerd in pre hospital care”, zegt de luitenant-generaal. “We bieden medische bijstand aan de luchtmacht, de marine en de para’s. Wij hebben ervaring in het steriel maken van de omgeving in de mate dat dat mogelijk is en we dienen de eerste zorgen toe. We konden terugvallen op onze ervaring na een missie in Libanon, waar we enkele jaren geleden een veldhospitaal hebben gebouwd. Ook wij hadden een groot tekort aan beschermend materiaal, maar de meeste van onze mensen zijn ambulanciers en toch iets beter medisch onderlegd. Ze waren vooral erg gemotiveerd. We handelen snel en efficiënt.

Mensen van het leger aan het werk in een rusthuis: ‘De eerste dag liepen we daar nog rond in onze militaire uniformen. We zijn dan overgeschakeld op gewone witte pakken. Die mensen waren al bang genoeg.’

“Wat wij deden? Gewoon: het werk van bejaardenverzorgers. De mensen wakker maken, wassen, ontbijt brengen, medicatie toedienen. Een praatje maken ook, want ze zaten al een maand in isolatie. De dankbaarheid op die gezichten, die vergeet ik nooit. De eerste dag liepen we daar nog rond in onze militaire uniformen. We zijn dan overgeschakeld op gewone witte pakken. Die mensen waren al bang genoeg.”

Win For Life

Het was niet Tania Dekens’ idee om het leger te bellen. “Het verzorgend personeel pakte schrik”, zegt ze. “Paniek. Men zag mensen sterven. Het probleem van zich ziek meldende verzorgers deed zich op meerdere plaatsen voor en met de dokters die briefjes schreven is via de Orde van Geneesheren achteraf een hartig woordje gesproken. Grote commerciële groepen, met tientallen woon-zorgcentra, konden intern personeel verschuiven. Onze hr-dienst bouwde in een mum van tijd een platform uit voor vrijwilligers, mensen die bereid waren een handje te gaan toesteken op de corona-afdelingen van woon-zorgcentra, maar in Jette was het probleem gewoon te groot. Dat is een kleine privé-instelling die geld moet opbrengen.”

En dat ook doet. 606.083 euro winst in 2016, 585.263 euro in 2017, 564.631 euro in 2018. De vergrijzing maakt van een goed beheerd woon-zorgcentrum een Win For Life.

Jean-Luc Berten: “We zijn in die eerste weken meer geholpen geworden door vrijwilligers die maskers en schorten voor ons hebben genaaid dan door Iriscare. We hebben ook slecht materiaal aangeleverd gekregen: schorten van papier, en zonder mouwen. Niemand was voorbereid op deze crisis en zij die voorbereid hadden moeten zijn maakten ons verwijten.

“Men wist van in december dat het virus deze richting uit kwam. Wij hebben altijd een heel goed imago gehad. We waren altijd volzet en we hadden wachtlijsten. Nu bleef een kamer na een overlijden weken ongebruikt. Nu ja, er waren ook geen kandidaten.”

Artsen zonder Grenzen

Niet alleen het leger moest het slagveld op, ook Artsen zonder Grenzen. Caroline De Craemer was een van de meer dan dertig artsen van AzG die aan de slag gingen op plaatsen waar anderen in een zo wijd mogelijke boog omheen liepen.

De Craemer: “Anders dan in ziekenhuizen worden de mensen in de rusthuizen niet om de zoveel tijd bijgeschoold over hoe om te gaan met een verhoogd risico op infecties. Latex handschoenen gaven hen een vals gevoel van veiligheid. Je hebt die enkel nodig als je in contact komt met het lichaamsvocht van je patiënt. En daarna moet je ze afdoen en je handen wassen. En je moet hoe dan ook per patiënt een ander paar handschoenen gebruiken. Wij moesten hen uitleggen dat je met die handschoenen ook jezelf kan besmetten. In ziekenhuizen wordt dit soort dingen geregeld getraind, in de woon-zorgcentra niet. Je zag voor je ogen dingen gebeuren, door mensen die ervan overtuigd waren dat ze het juiste deden, terwijl jij dacht van: ‘Oh nee!’.”

‘Ik ga die verzorgers zeker niet met de vinger wijzen, want ze hebben keihard hun best gedaan.’

‘Maar in hun opleiding krijgen ze hierover veel te weinig aangeleerd. En ze hebben in een enorme angst geleefd.’

Paul Cappelier: “Die mensen moesten plots handelingen uitvoeren die ze helemaal niet gewoon waren en waar ze niet voor opgeleid waren. Ik heb verhalen gehoord van zorgkundigen die van kamer tot kamer gingen om de bloeddruk te meten van de bewoners, zonder het apparaat telkens te ontsmetten. Omdat ze dat niet wisten.”

Artsen zonder Grenzen-medewerkers bezochten per dag meerdere woon-zorgcentra in Brussel en Vlaanderen om het personeel een spoedcursus ‘medische hygiëne’ te geven. De Craemer: “Wat zijn de ingangspoorten voor dat virus? Hoe sluit je die? Wat ik tijdens die trainingen de hele tijd wel voelde, was hoe hard die mensen gebukt gingen onder een enorm schuldgevoel. Ze waren allemaal heel bang dat zij iemand hadden besmet. Wat echt heel belangrijk was, was de uitbouw van een netwerk van psychologen die de mensen kon gaan bijstaan. In Brussel en Wallonië lukte dat vrij snel, in Vlaanderen lukt het gewoon niet. Dat vond ik frappant: het federale niveau werkte richtlijnen uit, maar in Vlaanderen, Wallonië en Brussel werden die vaak heel anders geïnterpreteerd. Terwijl het toch overal hetzelfde virus is?”

3D-printer 

Meer dan drie weken nadat de woon-zorgcentra in lockdown waren gegaan, was het nog altijd zo goed als onmogelijk om ze te voorzien van chirurgische mondmaskers. Die waren moeilijk te krijgen op de internationale markten en wat er binnenkwam in ons land ging in eerste instantie naar de ziekenhuizen.

Caroline De Craemer: “Wij zijn bij Artsen zonder Grenzen gewoon om in moeilijke omstandigheden te werken. Dan moet je je materiaal rationaliseren, herbruikbare schorten gebruiken in plaats van wegwerpschorten. En improviseren. Met skibrillen en duikbrillen. Of wij vroegen: ‘Kent iemand iemand die kan 3D-printen?’ Het printen van face shields is vrij eenvoudig. Dat gaat heel snel. En in elk woon-zorgcentrum was er altijd wel iemand, soms gewoon de kleindochter of de kleinzoon van een van de residenten. Een FFP2-masker mag je normaal maar één keer gedurende acht uur gebruiken, maar er bestaan procedures om het veilig aan en uit te doen, zodat je de volledige acht uur kan opgebruiken.”

Personeel in rusthuis Résidence Archambeau in Jette.

Het personeel van residentie Archambeau in Jette was blij met de externe hulp. Jean-Luc Berten: “Voor hen betekende het heel wat dat er tenminste iémand hen kwam helpen. Eerst Artsen zonder Grenzen, dan het leger. Het motiveerde thuisblijvers om tegen het doktersbriefje in toch weer aan de slag te gaan. Beetje bij beetje kwamen ze terug. Dankzij het leger, dat hier drie weken is bezig geweest. Aan het eind was er een kleine militaire ceremonie. Daar zijn toen tranen gevloeid.”

Dinsdag 28 april. Directrice Morgane Daniel van wzc Archambeau maakt in een mail de balans op van vijftig dagen oorlog met Covid-19: ‘Sinds maandag is al het personeel weer aan het werk. Wij danken het leger voor de hulp. Het is vandaag hun laatste dag. Vanaf morgen wordt alles weer ‘normaal’. We hebben uw hulp dus niet meer nodig. Artsen zonder Grenzen komt enkel nog voor psychologische steun en verdere cursussen rond hygiënische regels.’

Als we haar twee maanden later contacteren, wil Daniel niks meer zeggen over die helse dagen.

Jean-Luc Berten: “Dat begrijp ik. We deden een nieuwe test. Iedereen was negatief, het virus was weg. We hadden het overwonnen. Zodra ze het hoorde, belde Morgane me. Ze zei: Jean-Luc, ik neem ontslag.”

We danken onze abonnees die deze verslaggeving mogelijk maken. De meest onduidelijke tijd van ons leven vraagt om een klare kijk. Neem nu een abonnement op De Morgen.

Lees ook

Ruim 3 op de 4 zorgkundigen vrezen nieuwe corona-uitbraak: ‘Rusthuizen niet klaar voor tweede golf’

Het belang van superverspreiders voor coronavirus: ‘In mijn ogen is dit slecht nieuws’

Marc Van Ranst: ‘Een tweede golf onder controle krijgen, dat is nog nooit gelukt met een respiratoire epidemie’

‘We hadden veel sneller een vaccin kunnen hebben’: professor Jan De Maeseneer legt vinger op de wonde

‘We hadden veel sneller een vaccin kunnen hebben’: professor Jan De Maeseneer legt vinger op de wonde