Fleur Jaeggy, De gelukzalige jaren van tucht
Onmiskenbaar was boekenjaar 2021 het jaar van de herontdekkingen. Uitgevers zochten en vonden talloze vergeten klassiekers en verborgen parels. Zo beleeft de Zwitsers-Italiaanse Fleur Jaeggy (80) nu haar finest hour, tot op de voorpagina’s van The New York Times. Jaeggy, die nog op een mosgroene oude Hermestypemachine werkt, is een kaliber apart. Zelden is het claustrofobische, naoorlogse kostschoolleven prangender onder woorden gebracht dan in het nu vertaalde De gelukzalige jaren van tucht. Er slaat een geraffineerde verontrusting af van deze roman, over de fascinatie van een 14-jarige vertelster voor de ongenaakbare Frédérique. Jaeggy kristalliseert haar thema’s haarfijn uit: van genadeloze obsessie tot emotionele distantie en sluimerend geweld. Jaeggy schrijft bovendien zinnen van een gietijzeren schoonheid. (DL)
Koppernik, 18,50 euro. Vertaling Annegret Böttner en Leontine Bijman.